Mijn verlangen is als een drogredenatie
Waarvan je beseft dat zij zich enkel kan voordoen in een onbereikbaar perspectief
Eentje die niet in ruimte of tijd te vatten is
Eentje die in z’n eentje is
Eentje, op zichzelf, stil, vredig
Ongrijpbaar, onbegrijp-baar
Een redenatie die bedriegt, die bedrogen heeft, maar toch lijkt het te kloppen
Als een hart
Het leeft, ademt, het stroomt
Door mij
Verlaten in het gevonden worden
Gevonden in het zoeken
Laat mij los om mij vast te kunnen houden

Verlangen

Het kind ziet zoals een blinde kijkt
Vol verwachting, ontvankelijk en teder
aftastend en huiverend naar hetgeen zich zal voordoen of onthullen.

Luisterend naar de beweging
het licht

de duisternis wordt vertolkt

De dreiging van het nieuwe
het mysterie van het ongewisse wordt omarmd als een beste vriend
alsof er eindelijk plek mag zijn
voor dat wat iedereen als onheilspellend zou ervaren

De schoonheid wordt ervaren
zelfs daar waar zij haar gelaat verbergt

Het kind

Wellicht kan men mijn werk interpreteren als ‘duister’, zo zal ik het zelf nooit willen bestempelen. In ieder geval niet op die manier dat het de negatieve lading van ‘duisternis’ dekt. Controversieel zou ik willen zeggen dat het juist de positieve lading van duisternis benadrukt:

De duisternis die in mijn werk te zien is benadrukt het licht. Het controversiële is uiteraard dat door de duisternis het licht pas echt goed zichtbaar wordt. Soms moeten we als het ware ‘rusten in de duisternis’; onze eigen ruimte inperken om tot de ontdekking komen waar de rust en vrede te vinden is.

Deze rust die je zou kunnen interpreteren als ‘lichtbron’, staat constant onder druk door de externe en interne chaos die zich in en om ons heen afspeelt. Uiteindelijk is het verlangen dat wat ons steeds dichter bij de bron brengt. Deze ‘sublieme’ ervaring waarin vrede en rust samenkomt met dreiging en chaos, en samen gaat met het verlangen naar het ‘hogere en schonere’. Is wat mij betreft een zeer heldere spiegel van ons bestaan hier op aarde.

In deze context zou ik willen zeggen; ‘Het aardse verval verbeeld de hemelse schoonheid’.

Over duisternis

Mijn werken omhelzen met hun symbolische vorm vaak gedeeltes van fysieke en / of herkenbare taferelen. Het afgebeelde verhuld, maar op hetzelfde moment onthuld een diepere laag van dat wat eigenlijk wordt voorgesteld in haar vertelling. Deze gelaagdheid verbindt de kijker met een innerlijke confrontatie; datgene wat zichtbaar is is niet per se datgene wat werkelijkheid is, en andersom is datgene wat afgebeeld is een spiegel van wat werkelijk is. Voor mij brengen mijn werken dan ook altijd een zekere rust en contemplatie met zich mee; zij troosten mij als het ware met ‘de realiteit’ zoals die zich aan mij voordoet.

Realiteit

Veel van mijn beelden komen ’tot mij’ , als fragmenten binnen een reflectie van de realiteit die zich in beleving en emotie net zo voordoet als de zichtbare realiteit. Bij sommige voorstellingen heb ik een heldere indruk van een symboliek die klopt met de ervaring of emotie van dat beeld, anderen doen zich voor als een vergankelijke, fragiele beleving die ik voor een moment kan koesteren. Toch laten beiden me niet los en komen vaak tot mij terug. Ik leg ze vervolgens vast op doek.

Fragmenten

Ruben Bruggeling